Leipzig , met ruim een half miljoen inwoners na Berlijn de tweede stad van Oost-Duitsland, was de laatste plek, die ik zeker wilde bezoeken. De weliswaar vuilste metropool van verenigd Duitsland heeft een klein, maar schitterend en autovrij centrum, en daaromheen dendert het verkeer door deze levendige studentenstad. Als je de zuidelijke ringweg rond het centrum oversteekt in het zicht van het Neue Rathaus, kom je meteen in het verkeersvrije centrum, en zit je snel aan de Burgplatz, waar de Burgstrasse op uit komt. In deze straat had Hahnemann in de jaren 1811-1821, aansluitend op zijn vertrek uit Torgau , op nr 147 een woning. Hier was niets meer van terug te vinden.
Hahnemann heeft een viertal keren in Leipzig vertoefd. Heel even in zijn jeugd toen hij er van zijn vader in een kruidenierszaak moest werken, om wat bij te verdienen voor het gezin, maar snel uit heimweh in Meissen terug was . Een tweede keer van 1775-1776 toen hij zich had laten inschrijven aan de universiteit . De derde keer woonde hij vrij armoedig en klein behuisd van 1789 -1792 in Leipzig zelf en even in een voorstadje daarvan: Stötteritz. In die tijd deed hij de kinaproef . De laatste periode van verblijf in Leipzig duurde langer, van 1811-1821 en dit was een tijd, waarin hij naam en faam had gemaakt als homeopathisch arts en tot lector werd benoemd aan de medische faculteit, waar hij soms op zeer excentrieke en pathetische manier college plachtte te geven. In zijn huis aan de Burgstrasse kwam de ‘groep van 9 ‘ , studenten van Hahnemann , bijeen, om proovingen te doen. Hierbij hoorden ook Stapf, Gross , Hartmann en Ruckert en Mossdorf, die ook later in Köthen regelmatig bij Hahnemann thuis bijeen zouden komen.
In deze periode verscheen ook de Materia Medica Pura in 6 delen. Hij behandelde er onder anderen prins Karl von Schwarzenburg, opperbevelhebber van de geallieerde legers rond de Volkerenslag van Leipzig in 1813, maar ook een man als Goethe. Tegen 1820 werd de positie van Hahnemann weer danig op de proef gesteld, door beschimpingen en beperkingen in zijn praktijkvoering, zodat hij in 1821 gefrustreerd naar Köthen vertrok.
Het huidige centrum van Leipzig wordt vooral gedomineerd door de sporen van Bach, Mendelssohn , Schumann, Goethe en Schiller. De Thomaskirche, waar Bach, die cantor was in deze kerk, ook begraven ligt, was die donderdag, dat ik er was, een verzamelplek van musicerende Bachliefhebbers. Gezeten op het lommerrijke terras voor het Apothekersmuseum, tegenover de Thomaskirche, kon ik life genieten van prachtige Bachklanken ,onder andere van twee jonge kinderen, die met hun violen veel gehoor trokken aan de voet van het standbeeld van Bach. Het Sachsisch Apothekersmuseum, pal gelegen tegenover de Thomaskirche, laat vooral spullen zien van de farmaceutische firma Schwabe, en heeft slechts een tweetal vitrines gewijd aan Hahnemann en de homeopathie, maar het geheel kan niet tippen aan de expositie in Köthen.
Natuurlijk ging ik in het op sommige plekken erg knusse centrum ook even kijken in de Auerbachs Keller, waar Goethe een deel van de Faust heeft laten opvoeren, en in een van Duitslands oudste koffiehuizen, Coffe-Baum, waar in dit toenmalige kunstenaarscafé vele literaire meetings plaatsvonden tussen Goethe, Liszt, en bijvoorbeeld Wagner. Er waren op het moment dat ik in Leipzig was, ook enkele lelijke gaten in het oude centrum; met name de markt voor het Alte Rathaus was één grote bouwput. Ik liet me vertellen dat de stad zich kandidaat wil stellen voor de Olympische Spelen, en zich daar nu zo op wilde prepareren.
De biografieen vertellen dat Hahnemann zich aan de oude Universiteit van Leipzig, opgericht in 1409 en gelegen aan de Augustusplatz, in 1755 liet inschrijven, maar in 1756 gefrustreerd over de inhoud van het gebodene aan de medische faculteit deze weer verliet .Hij vertrok toen naar Wenen, waar hij praktische ervaring opdeed bij Dr.Quarin en daarna naar Hermannstadt, Roemenie, waar hem volgens Cook van 1777-1779 een baan werd aangeboden door Baron von Bruchental, als bibliothecaris en huisarts, terwijl Samuel pas daarna als arts zou afstuderen , namelijk in 1779 aan de universiteit in Erlangen. Aan de Leipziger Universiteit studeerden wel een aantal andere Duitse beroemdheden af, zoals Goethe, Fleming, Nietzsche en Leibnitz.
Op 26 juni 1812 hield Hahnemann , bij het begin van zijn lectorschap, in het Groot Auditorium van deze zelfde Universiteit voor een groot publiek een indrukwekkende lezing , in het Latijn over het gebruik van veratrum album. Vanaf die tijd gaf hij twee keer per week colleges op woensdag en zaterdag om 14.00 uur.
De herbouwde Leipziger Universiteit is nu genoemd naar Karl Marx , wiens kop geweldig groot de gevel siert van het 143 m hoge universiteitsgebouw, dat je overal in Leipzig meteen herkent. Hier begon op een maandag in de herfst van 1989 de Wende met de nu al historische massademonstraties. Natuurlijk ging ik nog even binnen in de Universiteit informeren of er wellicht nog resten te bewonderen waren van bijvoorbeeld het grote auditorium. Men liet mij weten dat ik voor de medische faculteit elders moest gaan, even buiten het oude centrum. Dit bleek achteraf op een steenworp afstand te liggen van mijn hotel aan de Paul-Grunerstrasse, dat ik bij toeval gevonden had, en dus midden in een studentrijke buurt bleek te liggen, met vlakbij een gezellig studentenrestaurant, waar je ‘s avonds heerlijk buiten kon eten. Echter, de paar mensen, die ik aan de balie van de medische klinieken sprak, hadden nog nooit van de naam Hahnemann gehoord. Dit stond een beetje haaks op de indruk die ik aanvankelijk had gekregen in het Leipziger Apothekersmuseum. Hier had ik immers een brochure gezien, die herinnerde aan een expositie, gehouden in 2001, over Beethoven en Hahnemann, omdat beiden iets van doen hadden gehad met loodsporen in wijn. En deze expositie werd mede georganiseerd door het instituut voor farmacie van de Leipziger Universiteit. Dus er waren nog wel wetenschappers die de oude meester kenden. Verder werd ik hier weer voor het eerst geconfronteerd met de rauwe werkelijkheid van een kloof tussen de reguliere geneeskunde en de homeopathie. Des te pijnlijker voelbaar op de plek waar eens de homeopathie een geweldige energetische ontwikkeling meemaakte.
Nee, hier in Leipzig, toch een stad die bewezen heeft een bundeling te kunnen zijn van creatieve en intellectuele geesten, was weinig meer van de energie van Hahnemann te voelen, zoals eerder wel heel duidelijk het geval was, voor mij althans, in Köthen. Zelfs het door Steinhauser in brons gemaakte standbeeld, dat eigenlijk zoals eerder vermeld in Köthen had moeten staan, kon niemand me aanwijzen. Achteraf las ik dat het zich moest bevinden op de plek waar vroeger het oude theater stond , bij het Richard Wagnerplein, tussen de Trondlin- en de Dittrichring, twee drukke ringwegen rond het centrum van Leipzig. Dus ik had het ook zelf kunnen vinden, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen, dat ook mijn energie die dag zo wat op was, na een aantal zeer intensieve dagen.
Ik heb vanaf dit punt dan ook niet echt meer intensief gespeurd naar sporen van bijvoorbeeld het Leipziger Homeopathisch Ziekenhuis, dat vanaf de oprichting in 1832 alleen maar een groot drama was en in 1842, toen Hahnemann al in Parijs zat, weer werd opgeheven. Het zou gelegen hebben aan de Glockenstrasse nr 1, even buiten het centrum, in de buurt van de huidige medische faculteit. Ook ben ik niet meer geweest naar de Universiteitsbibliotheek, noch naar het Deutsches Buch- und Schriftmuseum, dat bijna alle in Duitsland uitgegeven boeken blijkt te bezitten.